Meer dan tien jaar lobbyen door de Europese sportvissersbond EAA (European Anglers Alliance) betaalde zich op 18 december eindelijk uit. De Visserijcommissie van het Europees parlement heeft gisteren een amendement aangenomen dat de sportvisserij een plek geeft in het gemeenschappelijke EU visserijbeleid.
Eén van de eerste amendementen die tijdens een vergadering op het wetsvoorstel tot wijziging van het EU visserijbeleid werd aangenomen, betrof het toekennen van een plek voor de sportvisserij in dit beleid. Waar er voorheen niets geregeld was op dit vlak, is de sportvisserij nu expliciet vernoemd als doelstelling van het (zee)visserijbeleid. Dit betekent dat er bij het maken van Europees beleid op het gebied van de zeevisserij, voortaan altijd rekening dient te worden gehouden met de sociaal-economische belangen van de sportvisserij.
Eerste stap
De goedkeuring van amendement 2 is de eerste, beslissende stap op weg naar een positieve erkenning en omschrijving van de sportvisserij in het EU visserijbeleid (GVB, Gemeenschappelijk Visserijbeleid). Het amendement is nog geen wet en moet nog worden goedgekeurd door de plenaire vergadering van het EU parlement (naar verwachting februari 2013) en daarna door de EU Commissie en de Raad van Visserijministers. Dat zal waarschijnlijk in de loop van 2013 zijn.
8 miljard omzet
De European Anglers Alliance en Sportvisserij Nederland hebben goede hoop dat het amendement het haalt. Het GVB regelt namelijk al een aantal onderwerpen over de sportvisserij. Bovendien vult het expliciet noemen van onze sector in de basisverordening een lang bestaande lacune op en zal dit recht doen aan de sociaal economische betekenis van de sportvisserij in Europese wateren (8 miljoen sportvissers, 8 miljard omzet).
Sportvisserij Nederland bedankt CDA-Europarlementariër Esther de Lange en haar team voor haar inbreng en lobby voor dit voor de Europese sportvisserij belangrijke resultaat.
Esther de Lange, lid van het Europees Parlement
De letterlijke wettekst van de aangepaste tekst van artikel 2 van de concept basisverordening luidt:
“1. Het gemeenschappelijk visserijbeleid staat er borg voor dat de activiteiten in het kader van de visserij en de aquacultuur uit ecologisch oogpunt duurzaam op lange termijn zijn en worden beheerd op een manier die consistent is met de doelstellingen voordelen te realiseren op economisch en sociaal gebied en op het gebied van werkgelegenheid en bij te dragen tot de beschikbaarheid van voedselvoorraden en vangstmogelijkheden voor de recreatievisserij, alsmede verwerkende industrieën en activiteiten aan land mogelijk te maken die rechtstreeks met visserijactiviteiten verband houden, rekening houdend met de belangen zowel van consumenten als van producenten”.